online vs. offline

Herken je dat? Soms hoor je van ongetwijfeld goedbedoelde initiatieven op het gebied van zorgverlening, maar bekruipt je tijdens het lezen van de achterliggende informatie al meteen een gevoel van: ‘dit kán niet waar zijn’. Dat gevoel heb ik bij zoiets als ‘online zelfhulptraining’. Bijvoorbeeld als therapie voor mensen die een levensbedreigende ziekte overwonnen hebben – dus heel nobel als het gaat om de gekozen doelgroep – wordt de plank echter compleet misgeslagen, omdat het wereldwijde web en echte zorg, volgens mij, op gespannen voet staan met elkaar. Online vs. offline.   

Zo, dat wilde ik even kwijt. Maar daarmee wil ik niet volstaan. Want, ‘hoe dan wel’, hoor ik je denken. Als ‘echte zorg’ en internet elkaar slecht verdragen, hoe bieden wij dan die goede zorg, terwijl iedereen steeds meer van zijn/ haar tijd online is? Ik denk dat het mogelijk is en zal ook vertellen waarom ik die mening ben toegedaan.

Vanuit bmitrainer, de trainings- en coachingpraktijk waarmee Mark de Groes en ik vier jaar geleden zijn gestart, is onlangs begonnen met het project ‘In beweging’. Als antwoord op een overwegend negatief beeld van de professionele hulpverlening voor (ex-)patiënten met een hoofd-hals tumor, is het initiatief genomen om deze doelgroep op individuele basis en/ of via een small group-training letterlijk in beweging te laten komen. Daarbij staan begrippen als ‘laagdrempelig’, ‘échte aandacht’, ‘geduld’ en ‘structurele motivatie’ centraal. Het project wordt gekenmerkt door lichte sportoefeningen (beweging), mentale coaching (zelfbeeld) en aandacht voor het (aangepaste) voedingspatroon. In 4 consults per aspect zullen er dus 12 contactmomenten zijn, waarop de deelnemers gaan werken aan het behalen van hun doel(en). Inderdaad, een kleinschalige aanpak als antwoord op de trend ‘groot, groter, grootst’. En … vrijwel geheel offline.

Ja, frons de wenkbrauwen maar. Prima, als je hierover je bedenkingen hebt. Maar bij het lezen van het boek ’De Betekeniseconomie’ (Aaron Hurst, ISBN 9789463190282) voelde ik mij zeker gesteund in de zienswijze, die aan het  – toen al opgestarte – project ‘In beweging’ ten grondslag ligt. Volgens de (Amerikaanse) auteur nemen wij, de millennials in het bijzonder, afscheid van het grootschalig denken. Of het nu gaat om onze dagelijkse boodschappen, huisvesting, bankzaken, onderwijs of de zorg, wij zijn weer op zoek naar verbinding. Daarvan kunnen we inmiddels allemaal wel goede voorbeelden noemen. Per slot van rekening willen wij persoonlijke aandacht in plaats van een sociaal isolement, wat nu eenmaal een vervelend neveneffect is van de doorgeslagen schaalvergroting. Verbinding en interactie zorgen ervoor dat wij weer mogen ervaren dat wij meetellen als mens. Van betekenis zijn. Dát geeft het leven zin.

Met het delen van kennis en ervaring kunnen wij allemaal rijker worden. Dat delen doen wij vaak online. Ook dit blog kan zonder tussenkomst van het internet immers niet gelezen worden. Maar omdat wij sociale wezens zijn hebben wij de authentieke verbinding nodig, waarmee wij communities kunnen creëren en instandhouden. Om betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel tot stand te brengen.

Er gaan fundamentele veranderingen plaatsvinden op het gebied van het zoeken naar zingeving en betekenis. Daarbij hoeven wij niet te wachten totdat het ons wordt aangereikt. Iedereen kan zijn/ haar leven van betekenis laten zijn. Dat kan online, maar zal offline meer van betekenis zijn. Doe een wens, geloof er in, plan die reis en kom in beweging!

Ik ga geen enkele discussie uit de weg, maar je zult begrijpen dat ik vanuit Juncta Juvant training & coaching (http:/junctajuvant.nl/) benieuwd ben naar jouw opvatting over de wijze waarop je van betekenis kunt zijn. In hoeverre zijn wij nog in staat om ‘klein’ te denken, om daarmee ‘groot’ te zijn?

Met vriendelijke groeten,

Machiel Kuijt